De voorgeschiedenis van het Keizershof
De opgravingen die in de zomer van 2000 aan de bouw van het nieuwe stadskantoor aan de Keizerstraat voorafgingen, hebben veel gegevens aan het licht gebracht over het imposante woonhuis Het Keizershof. Dit stadspaleis ontleende zijn naam aan keizer Karel V, die er bij zijn bezoeken aan 's-Hertogenbosch heeft gelogeerd. De opgraving heeft echter ook materiaal opgeleverd over de voorgeschiedenis van het pand.
Naar die voorgeschiedenis is in opdracht van de afdeling Bouwhistone, Archeologie en Monumenten van de gemeente (BAM) ook een uitvoerig archiefonderzoek ingesteld. De resultaten staan in een gedetailleerd verslag, te raadplegen bij de BAM in de Bethaniestraat als een Intern Rapport.
In dit artikel worden enkele resultaten van dit onderzoek gepresenteerd. Voor details, bronnen en gebruikte literatuur wordt verwezen naar het zojuist genoemd rapport.
Oudst bekende bezitters
Gedeelte kaart van Braun-Hogenberg (uitgave 1590). Keizershof en Hof van Zevenbergen zijn niet nauwkeurig aangegeven, maar de Sint-Joriskapel is wel duidelijk te zien. Linksmidden het stadhuis; rechtsonder de Kruiskerk. (Foto: Stadsarchief)
De oudste gegevens dateren uit de veertiende eeuw, toen zich op de plaats van het latere Keizershof al een groot woonhuis bevond, dat toebehoorde aan aanzienlijke personen. Dit huis stond buiten de oudste stadsomwalling van 's-Hertogenbosch in een schaars bebouwd gebied. De eerste gegevens, al van vóór het jaar 1330, wijzen op bezit van een Arnoud van Diest. Misschien kunnen we deze Arnoud identificeren met Arnoud van Diest genaamd van Westfalen, een broer van de Utrechtse bisschop Jan van Diest (1322-1340). Als dit juist is, bevinden we ons met de oudste bezitters onder de hoogste adel van deze gebieden.
Het adellijk geslacht Van Diest was verwant aan dat van Boxtel: Willem heer van Boxtel, overleden vóór 17 juni 1331, was gehuwd met Maria van Diest. Ook de heren van Boxtel, die onafhankelijk waren van de hertogen van Brabant, behoorden tot de hoogste adel van de toenmalige Nederlanden. Mogelijk ligt in de huwelijksband tussen de families Van Boxtel en Diest het verband met de bezitter van het huis later in de veertiende eeuw, namelijk Katerina van der Aa, een dochter van Gerard van Boxtel gezegd van der Aa. Zij trouwde met ridder Hendrik van Moordrecht, die regelmatig in de entourage van de Van Boxtels voorkomt. In 1355/'56, 1360/'61 en 1365/'66 was hij schepen van Den Bosch.
De echtelieden maakten op 8 september 1367 een testament, waarin zij voor hun eigen zielenheil en dat van hun ouders, vrienden en weldoeners een bedrag van 20 pond per jaar bestemden voor de Tafel van de Heilige Geest van 's-Hertogenbosch, een belangrijke stedelijke instelling van armenzorg. Dit bedrag moest betaald worden uit het 'hele erf, gelegen tegenover het woonhuis van Jan de Wapenkoning, tussen de Dieze aldaar stromend aan de ene kant en zekere vlakte aldaar liggend aan de andere